Leren is niet alleen kennis opdoen, simpel dingen uit je boek leren en een toets kunnen maken. Leren is ook vaardigheden ontwikkelen. Weten hoe je moet handelen en daarin steeds beter worden. Dit kun je vastleggen met behulp van een eigenverklaring.
Een eigenverklaring is een reflectieverslag van jouw leerproces op basis van de gestelde leerdoelen en de door jouw zelf-opgestelde toetscriteria en daarbij behorende planning.
Reflecteren vereist metacognitie en loopt volgens een bepaalde systematiek, waar Korthagen (1982) een 5-fase spiraalmodel van heeft gemaakt (de laatste fase is de eerste fase voor de volgende cyclus):
- Je doet een ervaring op.
- Je blikt terug op deze ervaring en daarbij betrek je aspecten van doen, denken, willen en voelen.
- Je wordt je bewust van essentiële aspecten die van invloed zijn op deze ervaring.
- Je ontwikkelt alternatieve manieren van handelen of nieuwe oplossingen en kiest daaruit de beste optie.
- Je probeert een nieuwe handeling uit of doet een nieuwe ervaring op.
Het resultaat van fase 5 is een nieuwe ervaring die weer de basis vormt voor de volgende reflectiecyclus en zo ontstaat er een spiraal van ontwikkeling. Vandaar dat het reflectiemodel ook wel het spiraalmodel voor reflectie genoemd wordt.
De globale opzet van je eigenverklaring bevat de volgende elementen:
[dg attachment_pg=”false” paginate=”true” ids=”1769,1776,1775″]
- Benoemen van essentiële aspecten van de toegepaste theorie en de daarbij behorende leerdoelen
- Terugkijken op je eigen handelen en het verwoorden van een betekenisvolle momenten
- Analyseren van je eigen gedrag, en het leggen van verbanden tussen jouw handelen en het effect dat dit heeft gehad op jouw kennis en kunde door een relatie te leggen met de zelf-opgestelde toetscriteria
- Benoemen van de belangrijkste conclusies die je kunt trekken over je eigen handelen in relatie tot de gestelde leerdoelen
- Aangeven waarom het belangrijk is om dit gedrag te handhaven of te veranderen